3 september 2008

Michiel wil het mooiste beest van het bos redden

Michiel Hötte zegde zijn baan als bedrijfseconoom op om zich geheel te kunnen wijden aan zijn passie: het redden van de met uitsterven bedreigde Amoerpanter. Wereldwijd leven nog slechts dertig exemplaren in het wild.

<
ARNHEM - Jarenlang was het een pijnlijke vraag: héb je er een gezien? Nee, hij had er nog nooit een in het wild gezien, hoewel hij zich al jaren inspande voor de behoud van het uiterst zeldzame beest.
Tot vorig jaar. Plots dook, in de avondschemering in een afgelegen hoek in Siberië, vlak voor zijn jeep een Amoerpanter op. In drie grote passen sprong het sierlijke dier de weg over, het bos weer in, de opvallende pluim aan zijn staart achter zich aangewapperd. Hötte keek ademloos toe. ,,Het was dat ik met twee andere personen in de auto zat, anders had niemand me geloofd'', zegt hij. ,,Maar nu kan ik uit eigen ervaring zeggen: hij bestaat nog.''
Ruim tien jaar lang is Michiel Hötte (42) bezig met zijn missie: het beschermen van de meest met uitsterven bedreigde kattensoort op aarde. Alleen in het uiterste zuidoostelijke puntje van Rusland, tegen de grens met Noord-Korea en China, leven nog zo'n dertig exemplaren. Samen met 12 internationale natuurbeschermingsorganisaties (de Amur Leopard and Tiger Alliance, ALTA) probeert hij het leefgebied van het dier, ongeveer anderhalf maal de provincie Utrecht, te beschermen tegen stropers, bosbranden en oprukkende bebouwing. Hij is even in Nederland om een prijs in ontvangst te nemen voor zijn verdiensten.
Een beetje merkwaardige carriére heeft hij wel. Je zou verwachten met een serieuze bioloog van doen te hebben, maar Hötte 'deed iets in de bedrijfseconomie'. Katten, reuze katten, wilde beesten, roofdieren, roofvogels, beesten met klauwen, scherpe tanden, arendsogen waren zijn hobby, waarvoor hij de rugzak omdeed en naar India, Zuid-Amerika en Rusland reisde. De jungle in, de savanne op, de pampa, tent opzetten, en wachten maar tot er een bijzonder exemplaar verscheen.
Het keerpunt kwam in 1994, toen Hötte met de Transsiberiëexpres de Siberische wildernis doorkruisde. Bij de voorbereiding voor die reis las hij iets over een exotisch roofdier waar hij nog nooit van had gehoord, de amoerpanter, ook wel het Siberische luipaard. ,,Ik heb een verzoek ingediend om mee te gaan met een expeditie met lokale Russische biologen die luipaarden en tijgers zenders ombonden voor onderzoek. Het waren twee prachtige weken. Bij het afscheidsetentje vertelden zij mij dat niemand in Europa betrokken was bij het beschermingsprogramma. Toen zei ik, overmoedig door enige wodka: dat ga ik regelen.''
De werkelijkheid bleek weerbarstig: ,,Ik was er welgeteld één keer geweest, en had het beest toen nog niet gezien. Niet zo'n sterk verhaal om te lobbyen, toch? Dan is het moeilijk mensen te interesseren.'' De oprichting van een stichting, Tigris, met officiele kaartjes en briefpapier, hielp een beetje. ,,Op dit moment sprokkel ik jaarlijks hooguit 40.000 euro bij elkaar. Gelukkig zit er beweging in, en steunen verschillende dierentuinen en het Wereld Natuurfonds ons.''
Inmiddels heeft hij een kantoortje in Wladiwostok, met een laptop en een telefoon. Hij is manusje-van-alles, zegt hij bescheiden. Feitelijk coördineert hij de projecten van ALTA. Op dit moment is hij bezig te onderzoeken hoe de anti-stropersteams in het gebied het meest effectief kunnen opereren. Die zijn belangrijk, omdat illegale jagers het beest binnen mum van tijd zouden kunnen uitroeien.
Een paar dagen is hij over in Nederland, om de in Burgers Zoo de Golden Ark Award in ontvangst te nemen, een aanmoedigingsprijs voor jonge natuurbeschermers. Sinds hij is geland, staat de telefoon roodgloeiend, zegt hij met verbazing in zijn stem. EenVandaag aan de lijn, de Telegraaf, de Gelderlander, Vroege Vogels, en Pauw en Witteman willen de natuurbeschermer in hun programma hebben. ,,Nederlander met maffe hobby scoort blijkbaar goed'', zegt hij met zelfspot. ,,Brave bureautijger wordt avonturier.'' In Burgers' Zoo laat hij zich geduldig voor de krant fotograferen voor het luipaardenverblijf - bij gebrek aan een amoerpanter. De dieren klauwen lusteloos in het toegeworpen hertedijbeen.
Maar nog even over de tijger, zegt hij, want dit interview is ook bedoeld om aandacht te vragen voor hún zaak. Over twee jaar wil ALTA de eerste in dierentuinen gefokte beesten, uitzetten in de gebieden waar ze oorspronkelijk voorkwamen. ,,We nemen daarvoor een paartje dat al eerder in gevangenschap jongen heeft gekregen'', zegt Hötte. ,,De bedoeling is dat zij naar Siberië worden overgebracht en daar in een omheind gebied opnieuw een nest krijgen. Deze pantertjes worden afgeschermd van mensen, moeten in het wild opgroeien, en zich dan voortplanten. We hebben goede hoop dat het gaat lukken.''
Of zijn opoffering ook op langere termijn effect heeft, met alle gevaren die het leefgebied van het dier bedreigen, durft Hötte niet te zeggen. ,,Het is roeien tegen de stroom in. Het zou geen ecologische ramp zijn als de Amoerpanter uitsterft. Daar slaapt bijna niemand een nachtje minder om, vermoed ik. Misschien kan het sommige mensen niets schelen. Maar voor mij is het heel belangrijk dat het dier blijft voortbestaan. Anders verdwijnt voor mij tegelijkertijd de magie van het bos.''

(Sandra Donker, GPD)