5 november 2009

Een beter milieu begint bij.. plastic stofzuigeren in Stille Oceaan


Midden op de Stille Oceaan bevindt zich een gigantische drijvende vuilnisbelt
ter grote van eenderde van Europa. De Amerikaanse activiste Mary Crowley is
optimistisch over de kansen om de rotzooi op te ruimen. ,,Het mooie is: iedereen
kan daaraan bijdragen.''

Ze is net terug van een maand durende tocht met het onderzoeksschip Kaisei over de noordelijke Stille Oceaan. 'Schokkende' hoeveelheden afval had ze er zien drijven. Duizenden kilometers van de bewoonde wereld bleek de diepblauwe, kalme zee bezaaid met plastic flessen, zakken, pallets, halfvergaan speelgoed, oude visnetten en ander zwerfvuil.
,,Jaren geleden was ik er ook met mijn schip geweest'', zegt Mary Crowley, de
Amerikaanse oprichter van het Project Kaisei, dat tot doel heeft de enorme vuilnisbelt in de Pacific op de ruimen. ,,Ooit was het een oceanische wildernis,
maar toen al zag ik rotzooi, en die puinhoop wordt alleen maar groter.''
De plastic archipel wordt het wel genoemd, of het afvalkerkhof in de Pacific.
Eind jaren tachtig bereikten de eerste berichten daarover de media. Midden in de
Stille Oceaan bevindt zich een gebied zo groot als Frankrijk, Spanje en Portugal
waar grote hoeveelheden plastic en ander vuil door de overheersende stroomrichting samenkomen. Het afval is gedumpt langs de kusten van Amerika en Azië, in rivieren die uitmonden in de Pacific, of komt van schepen. Ook in de Atlantische Oceaan en andere zeeën, bevinden zich dergelijke 'eilanden' van samengedreven vuil.
Als we daar niet snel iets aan doen, luidt de conclusie van Crowley, wetenschappers, biologen en andere activisten, dreigt het ecosysteem in de zee eraan onderdoor te gaan. De Amerikaanse was afgelopen week even in Nederland om haar alarmerende boodschap ook hier te verkondigen. ,,Het gevaarlijkst zijn de minuscule deeltjes plastic die in zee zweven'', zegt ze. ,,Ze worden gegeten door vissen, vogels, en komen zo in de voedselketen terecht. Albatrossen gaan dood door plastic. Zeeschildpadden leggen het loodje, omdat ze denken dat een plastic zakje een kwal is. Dolfijnen en orka's krijgen dankzij het plastic veel giftige stoffen in hun lijf. Het is zaak om deze problematiek nú aan te pakken.''
Met twee schepen is het team van Kaisei (Japans voor planeet oceaan) in augustus
op pad gegaan om onderzoek te doen naar de omvang, de samenstelling en het
effect van het afval. Ook zijn de eerste pogingen gedaan om daadwerkelijk puin
te ruimen.
,,In principe zijn er verschillende mogelijkheden om het water schoon
te maken. Grote stukken zijn met simpele visnetten op te halen. Mijn ideaal is
om werkloze vissers in te zetten die hun brood kunnen verdienen met het opvissen
van plastic. Daarnaast zijn we aan het testen hoe kleine plastic deeltjes het
best verwijderd kunnen worden. Oppompen en zuiveren kost veel energie en is dus
duur. Het mooiste zou zijn als je het opgeviste plastic op een schip kan omvormen tot diesel. Technisch is dat mogelijk. Kleine boten zouden dan voor de aanlevering van materiaal kunnen zorgen, zodat het moederschip als een drijvend recyclefabriekje kan blijven liggen.''
Dit soort plannen wil ze komend jaar verder uitwerken, zegt ze, hoewel er nauwelijks geld is voor het Project Kaisei. Via sponsors en giften hebben de deelnemers een half miljoen dollar bijeen gesprokkeld. ,,Gezien de ernst van de situatie is dat natuurlijk minimaal. Financieel gezien kunnen we pas weer gaan varen als we tonnen aan vuilnis kunnen opvissen.'' Ze is ook in Nederland op zoek naar investeerders. In België heeft ze al succes geboekt.
Crowley hoopt dat na volgend jaar duidelijk is of recycling van de vuilnis
voldoende oplevert om het schoonmaakproces betaalbaar te maken. ,,Als schoonmaken en geld verdienen hand in hand kunnen gaan, dan zijn we op de goede weg. Wij hoeven het wat ons betreft niet allemaal zelf te doen. Als commerciële partijen dit initiatief willen overnemen, is dat ook prima.''
Ondertussen is het ook zaak om de toevloed van rotzooi naar de oceanen tot staan te brengen, zegt Crowley. Nederland zet met de verplichte inzameling van plastic verpakkingsmateriaal per 1 januari een stap in de goede richting. ,,Het vraagt om een omschakeling. Ik probeer thuis nu ook zo min mogelijk wegwerpplastic te gebruiken. En als ik het gebruik, probeer ik ervoor te zorgen dat het gerecycled
kan worden.''
Iedereen kan daaraan meedoen, stelt ze. ,,Het is niet zo moeilijk om iets meer
inspanning te doen voor je afval. Het vraagt wat meer tijd en discipline om je afval te scheiden. Maar als je jezelf afvraagt of je wilt dat je kinderen en kleinkinderen ook nog kunnen genieten van oceanen met leven er in, dan zal je die paar minuten er wel voor over hebben.''

Lees verder......

11 augustus 2009

Mickey Mouse nog steeds de sjaak


Het kabinet beloofde vorig jaar haast te maken met het zoeken naar alternatieven voor dierproeven. De bedoelingen zijn goed, maar in de praktijk vordert de ambitie om minder muizen, honden, katten, apen, runderen, vissen en andere dieren op te offeren voor onderzoek, tergend langzaam.

Een paar keer per week levert een koerier bij het Leids Universitair Medisch Centrum een plastic doosje af met daarin een bijzondere inhoud: weefsel van borsten, billen, buikwanden, dijen, oogleden of ander materiaal dat is weggesneden bij cosmetische operaties.
De overtollige stukken huid, die voorheen in de destructieoven belandden, krijgen een nieuwe bestemming. Sinds kort gebruiken wetenschappers van het LUMC het weefsel om experimenteel onderzoek mee te doen. Onderzoek dat voor kort op proefdieren werd uitgevoerd.
,,Wat wij hier doen, is de cellen isoleren, en daar vervolgens een nieuwe opperhuid van kweken'', zegt onderzoeker Abdoulwaheb el Ghalbzouri. Dat levende materiaal wordt vervolgens netjes in plakjes van een paar centimeter gesneden, en is dan geschikt om proeven mee te doen. De kweekhuid kan een belangrijke rol spelen bij het onderzoek naar onder meer huidkanker. Voorheen werden die onderzoeken vooral op muizen en ratten uitgevoerd.
El Ghalbzouri schat dat de baanbrekende methode jaarlijks enkele duizenden dierproeven overbodig kan maken. Ook andere onderzoekscentra als TNO werken met het gebruik van overtollig huidmateriaal als vervanger voor - een deel van de - tests op dieren om te onderzoekemn of chemische of cosmetische producten schadelijk zijn voor de gezondheid.
De ontwikkeling sluit aan bij de wens van een groot deel van de bevolking, wetenschappers en het kabinet om het aantal dierproeven tot een minimum te beperken. Jaarlijks worden in Nederland een kleine 600.000 levende wezens opgeofferd voor onderzoek naar en ontwikkeling van medicijnen en vaccins, de veiligheid van stoffen en wetenschappelijk onderzoek naar onder meer hart- en vaatzoekten en kanker. Niet alleen menselijke huid, ook computernabootsingen, kweekjes in van diercellen of stamcelonderzoek kunnen tests op proefdieren vervangen.
De recente vooruitgang lijkt veelbelovend, maar de praktijk is weerbarstig. Niet alleen is er door de overheid nauwelijks geld beschikbaar gesteld, ook stuiten de onderzoekers op een muur aan strenge Europese regels die het lastig maken deze alternatieven algemeen geaccepteerd en toegestaan te krijgen. ,,Het kost jaren en jaren, en een hele hoop geld en energie om een testmethode toegelaten te krijgen'', zegt El Ghalbzouri. ,,Daardoor vallen nu veel modellen die een goed alternatief kunnen zijn voor dierproeven, af.''
Probleem is dat de autoriteiten die moeten oordelen of een onderzoek naar de veiligheid van een stof, product of medicijn wel goed is uitgevoerd (ECVAM), getraind zijn in het beoordelen van tests op basis van dierproeven. ,,Iemand die gewend is om te kijken naar cijfers die afkomstig zijn van proefdieronderzoek, kan gegevens die verkregen zijn uit onderzoek bij bijvoorbeeld kweekhuid moeilijk beoordelen'', zegt genetisch toxicoloog Cyrille Krul van TNO. Zij erkent dat de acceptatie van de alternatieven 'een groot issue' is. ,,Het gaat ontzettend langzaam. Er wordt nu gewoon te weinig toegelaten. Als we willen dat snel minder proefdieren worden gebruikt, dan moet het hele systeem van valisatie en acceptatie van alternatieve methoden op de schop. Dat vraagt een fundamentele omslag in het denken.''
Het kost een generatie om dat te veranderen, is de inschatting van hoogleraar Coenraad Hendriksen. ,,Als je op de stoel van de regelgever zit, moet je wel heel zeker van je zaak zijn om een nieuwe testmethode toe te laten. Als je wel een product toelaat dat bijvoorbeeld kankerverwekkend is, zit je bij Nova om dat uit te leggen.'' Hendriksen, autoriteit op het gebied van alternatieven voor dierproeven, is gematigd positief over de ontwikkelingen. ,,Op vaccingebied loopt het uitstekend, net zoals de celkweken. Het voorwerk bij het ontwikkelen van geneesmiddelen gebeurt tegenwoordig bijna geheel zonder dieren. Pas aan het einde van het traject komen de dierproeven in zicht.'' Er is zeker een mentaliteitsverandering gaande, zegt hij. Maar daadwerkelijk vooruitgang boeken bij het verminderen van het aantal dierproeven is volgens hem een kwestie van 'tienden procenten per jaar'. ,,Het is niet mogelijk in een jaar het aantal te laten dalen met 10 procent. Daarvoor is de materie te complex.''

KADER 1:
In 2007 zijn in Nederland 597.605 dierproeven uitgevoerd, 1 procent minder dan in 2006. Het grootste deel (46 procent) wordt verricht ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek. Ruim 40 procent heeft te maken met de ontwikkeling van medicijnen en vaccins. Zeven procent gebeurt in het kader van veiligheidstests op schadelijkheid van stoffen, en 3 procent voor onderwijs. Hieronder een overzicht van de gebruikte dieren.
Muizen 274.515
Ratten 144.070
Kippen 93.132
Vissen 27.390
Konijnen 7445
Hamsters 3130
Cavia's 7723
Honden 1950
Katten 257
Apen (geen mensapen) 579
Paarden 2924
Schapen 4380
Varkens 8110
KADER 2:
Sinds 1997 is het gebruik van proefdieren voor het maken van cosmetica in Nederland verboden. Met ingang van dit jaar geldt in de gehele Europese Unie een verbod op de invoer van cosmetica uit landen waar nog wel op dieren wordt getest. Cosmeticafabrikanten als l'oreal investeren daarom veel geld in het ontwikkelen van alternatieven. Het kabinet wil het aantal dierproeven terugdringen. Dat gebeurt op basis van drie V's: Vermindering, Verfijning en Vervanging.
(door Sandra Donker, GPD)

Lees verder......

1 augustus 2009

En Baby verveelt zich stierlijk



Baby heet de enige olifant van circus Herman Renz, ook al is zij met haar 38 jaar hoogbejaard. De grijze reuzin staat altijd moederziel alleen. Zielig?

Het is maar hoe je het bekijkt, vindt tourneemanager bij Herman Renz, Marcel Bergema. "Er is wel eens geprobeerd een andere olifant bij haar te zetten, maar die accepteerde zij niet." Een paar honderd kilo wegende dame met een willetje.
Bovendien heeft Baby een prima leven, vervolg Bergema. Ze krijgt liefdevolle verzorging en als ze niet buiten op het gras kan staan, heeft ze haar ruime, verwarmde wagen. Ook de andere meereizende dieren hebben het doorgaans goed, bezweert de tourneemanager.
Toch zijn het juist olifanten als de eigenzinnige Baby die de onderzoekers van Wageningen Universiteit de grootste zorgen baren. In hun rapport Welzijn van dieren in reizende circussen in Nederland concluderen zij dat de Aziatische dikhuiden niet zozeer lijden onder de vele pirouettes die zij draaien, maar onder stierlijke verveling. Buiten de shows staan ze een groot deel van de dag vastgeketend aan een ijzeren ketting en krijgen ze te weinig beweging, waardoor ze uit frustratie urenlang met hun slurf zwaaien en van poot naar poot wiebelen. Stereotiep gedrag heet dat in jargon.

Activisten en circusartiesten vliegen elkaar al jaren in de haren over dieren in de piste. Lijden zij onder hun bestaan, of juist niet? Toen de discussie vorig jaar ook in de Tweede Kamer oplaaide en zich een 'linkse meerderheid' aftekende voor een verbod, besloot minister Gerda Verburg voor het eerst te laten uitzoeken hoe het echt is gesteld met hun welzijn.

De onderzoekers van de Animal Science Group formuleren hun oordeel behoedzaam. 'In het algemeen' is de gezondheids- en voedingstoestand van 'de meeste dieren' in orde. Een uitzondering maken zij voor drie Aziatische olifanten in twee circussen, bij Herman Renz en Renz Berlin. Hun welzijn is 'in ernstige mate aangetast'. Maar ondanks hun algemene milde conclusie, tekenen de onderzoekers ook aan dat verzorgers onvoldoende kennis in huis hebben, de administratie een rommeltje is, als die uberhaupt al aanwezig is, en dat dieren worden meegesleept die nooit optreden. Extra maatregelen zijn nodig om misstanden 'in de toekomst' te voorkomen, heet het voorzichtig in de aanbevelingen. Met andere woorden: voorlopig hoeven de wilde beesten de tent nog niet uit.

Maar nu het langverwachte rapport er ligt is de strijd niet voorbij. "Circussen houden zich niet eens aan hun eigen richtlijn", zegt Leonie Vestering van Wilde Dieren de Tent Uit, een coalitie van dierenbeschermingsorganisaties. "Dierenverblijven zijn kleiner dan ze zelf voorschrijven en hun administratie is niet op orde." Bovendien konden de onderzoekers de vraag of trainingen al dan niet gepaard gaan met mishandeling, niet beantwoorden. Zij kregen geen toestemming daarbij aanwezig te zijn.
Ook de Dierenbescherming is teleurgesteld in het rapport. "Er staan veel bevindingen in die aanleiding geven tot grote twijfel over het welzijnsniveau van alle dieren in circussen", zegt directeur Frank Dales. Ook hij constateert: "Niet al deze bevindingen komen terug in de eindconclusies."
Adri Lammer, woordvoerder van de Vereniging van Nederlandse Circus Ondernemingen (VNCO) reageert geprikkeld. Het onderzoek toont volgens hem klip en klaar aan dat er geen enkele sprake is van misstanden met circusdieren. "Wij kunnen goed leven met deze aanbevelingen."
Voor Marcel Bergema van Renz staat het volgende optreden alweer op punt van beginnen. Met Baby in een glansrol. Een circus zonder dieren is nu eenmaal geen echt circus, vindt hij. "Het publiek vraagt er ook om. Zonder onze dieren vinden ze er niets an."
(Sandra Donker en Dylan de Gruijl, GPD)

Lees verder......

28 juli 2009

Beroemd tegen wil en dank


Eénmaal werd het haar echt te gortig. Tijdens een kampeervakantie in Frankrijk brak een hels onweer los. Het regende pijpenstelen, binnen de kortste keren stond er 30 centimeter water in de tent. Ik ga in de auto zitten, riep ze naar haar echtgenoot, ik kom er voorlopig niet meer uit! Van achter de voorruit van hun wagen keek ze met heilig ontzag naar het natuurgeweld daarboven, wetende dat ze in haar kooi van Faraday tenminste veilig zat voor blikseminslagen.


Helga van Leur, weervrouw bij RTL, houdt niet van onweer. ,,Het is die klap. Een flits, en dan die knal, als het heel dichtbij komt, lopen de rillingen over mijn rug. Ik heb wel eens meegemaakt dat de bliksem in mijn achtertuin insloeg. Ik kan je verzekeren dat je op je benen staat te trillen. Ik vind het griezelig, het is ook gevaarlijk. Vroeger kroop ik diep onder de dekens als het hard onweerde, maar nu heb ik drie kindertjes die ik wel moet kunnen horen.''

Een dag voor het interview kon ze haar lol niet op. Noodweer trok over Nederland, met een ongekend aantal van 75.000 ontladingen, hagelstenen als kippeneieren en centimeters regen was het op z'n minst onstuimig te noemen. ,,Ik lag in mijn bed en zag de radarbeelden in mijn hoofd voorbij schieten. Ik weet nu precies wat er gebeurt, dacht ik, het moet er nu ongeveer zo en zo uitzien, ik keek op de klok om te kijken hoe laat het onweer overtrok, of mijn weersvoorspelling ongeveer uitkwam. Dat was zo. Dat is dan natuurlijk wel weer kicken. Bang ben ik op zo'n moment even niet meer. Een beetje beroepsdeformatie kan wonderen doen.'' Uitbundige lach.

In haar werkkamer in de RTL-studio in Hilversum is ze in haar element. Om haar heen schermen met veel donkerrode en gele vlekken, een teken dat de depressie nog doorwoedt op de Noordzee. Over een paar uur zal ze in het nieuws opgewekt, en met struise gebaren, uitleggen dat het hier een zeldzaam 'thermisch lagedrukgebied' betrof. Voor de camera verraadt niets dat ze 's nachts uren heeft wakker gelegen.
Het is het resultaat van ruim twaalf jaar ervaring. Haperingen, versprekingen, het brengt haar niet langer van haar stuk.,,Ik weet dat als ik haper, mijn basiskwaliteit voor een praatje nog steeds voldoende is. Ik heb inmiddels geleerd: die zes haal ik toch wel, zolang ik maar bij mezelf blijf. Het gaat allemaal spontaan, ik schrijf niets uit. Ik begin om twaalf uur, ben er de hele dag mee bezig, bereid alles voor, maak alle weerkaarten zelf, wat kan nog mis gaan? Vroeger kon ik er wakker van liggen, toen was ik heel onzeker, over mijn kleding, of alles wel klopt. Nu denk ik: pff, ik sta hier niet om mijzelf, maar om het weerbericht. Als mijn haar niet goed zit hebben ze weer wat leuks in De Wereld Draait Door.''

Die nuchtere onverschilligheid, daar heeft ze lang aan moeten werken. Want dat Helga van Leur ooit bij de televisie zou komen te werken, lag helemaal niet in de lijn der verwachtingen. Ze was onzeker, verlegen, wilde voor geen goud in het middelpunt van de belangstelling staan. ,,Vanuit mijn verlegenheid dacht ik altijd: doe ik het wel goed, kwets ik geen mensen, ik bleef liever op de achtergrond. Dat dit op mijn pad komt, is een grote leerschool. In de schijnwerpers staan was het engste wat er is, het is totaal het tegenovergestelde van waar ik me veilig in voelde. Dat heeft zo moeten zijn.''
Peinzend: ,,Mensen zijn nog steeds verrast als ik zeg dat ik verlegen van aard ben. Bij bijeenkomsten met andere Bekende Nederlanders voelde ik me vroeger zooo klein. Oeioei. Maar mensen kennen me nu eenmaal, de koningin kent me ook. Dat is een raar idee, maar zij kijkt natuurlijk ook gewoon naar het weerbericht.'' Ook al kennen veel mensen haar vooral als de-weervrouw-met-bril. ,,Dat hoor ik nog steeds zó vaak! Terwijl ik dat ding al zeven jaar niet meer op heb.''

Een zachte klop op de deur. ,,Ik moet je éven gedag zeggen''. Helga van Leur kijkt op en vliegt de oudere heer om de hals. ,,Jaap Brand! Bij elke presentatie denk ik wel even aan hem. Hij heeft mij presenteren geleerd.'' De Hilversumse éminence grise glimlacht beminnelijk. In Spanje is het kouder dan bij ons, doceert hij een van zijn stokpaardjes. Niet zeggen: hier is het 25, daar in het zuiden 20 graden. Dat blijft niet hangen. Nee, kóuder dan bij ons, daar hebben de mensen het over. ,,Je moet kijkers kunnen pakken, kunnen raken.'' Hij wandelt de deur weer uit, en zegt: En blijven leren. Want dat houdt nooit nooit nooit op.''
Dat devies had ze zichzelf al eigen gemaakt voordat Jaap Brand ten tonele verscheen. Helga van Leur kreeg niks voor niks, tot aan haar opleiding Bodem, Water en Atmosfeer aan de Universiteit Wageningen aan toe. ,,Ik ben altijd een harde werker geweest, gedisciplineerd. Toen ik van lagere school afkwam gaf de hoofddocent als advies lager beroepsonderwijs, meer zat er niet in. Mijn ouders vroegen of ik niet gewoon naar de brugklas kon. Gaat ze niet redden, was het antwoord. Ik heb toch havo gedaan, en daarna vwo. Toen was het weer: reken maar dat je daar drie jaar over zult doen, over vijf en zes vwo. Dat is toch geen instelling? Dat is mensen onderaan plaatsen. Ik zeg altijd: probeer het, kijk waar je grenzen liggen, als het te hoog gegrepen is kan je altijd een stapje terug doen. Ik heb dat met mijn eigen kinderen ook nog steeds. Als hun school ergens heel stellig in is, dan zit ik meteen in de hoogste boom. Hooo! Hohoho! Er is niet één waarheid.''
,,Ik was niet assertief als kind, ik was het verlegen meisje. Een solist. Ik werd gepest. Een meisje waarmee ik bevriend was, viel buiten de groep. Ze was hartstikke leuk! Maar omdat zij gepest werd, was ik de volgende. Schelden, dingen afpakken, spullen kapot maken. Kinderen zijn soms heel gemeen, extreem hard. Ik heb een bleke huid, dan ben je een bleekscheet. Ik heb sproeten. Alsof ik daar iets aan kon doen! Ik zou ook wel graag heel bruin zijn. Je kunt het de kinderen niet altijd kwalijk nemen, wel de ouders, en de docenten die er blind voor zijn. Een docent weet dondersgoed wie er binnen de groep het meest gevoelig voor is. Die haalt z'n schouders op en zegt: in de lunchpauze ben ik er niet bij. Ik ging op een gegeven moment naar de onderwijzer toe, maar dat hielp niets. Hij zei: je moet niet klikken. In de tweede klas van de lagere school ben ik ook op de moeder van een pestkop afgestapt. Woorden doen geen pijn hoor, was het antwoord. Nouja! Daar kan ik nog kwaad over worden. Als je je kind al zo opvoedt, hoe kun je dan verwachten dat die zich netjes gedraagt.''
,,Mijn man zei het later, en dat zeg ik nu ook altijd tegen iedereen die gepest wordt: blijkbaar heb jij iets bijzonders. Mensen hebben dat door, kunnen er de vinger niet precies op leggen, voelen het wel aan, en uiten zich door zich er tegenaf te gaan zetten. Dan voelen ze zich sterker'. Ik geef het mijn kinderen ook mee. Als een van mijn kinderen een pestkop blijkt te zijn, dan heeft hij een heel groot probleem thuis. Ik leg hen uit dat iedereen volwaardig is, ga juist met iemand praten. Je bent juist leuk om wie je bent, later wordt het gewaardeerd, als je groot bent.
Mensen kon weinig grip op mij krijgen. Ik ben gevoelig, dus ik trek wel degelijk emoties van anderen aan, maar dat betrek ik dan snel op mijzelf. Als er kritiek was, dacht ik snel: ik doe iets niet goed. Dat laat je natuurlijk niet merken, want dan wordt je ook kwetsbaar...'' Peinzend: ,,Ik weet ook niet was het was. Maar het is ook niet zo dat ik een heel ongelukkige jeugd had, het heeft al met al een paar jaar geduurd.''

Ze is er klaar mee, met dat verleden. Zeker toen ze laatst een e-mail kreeg van een jongetje dat het destijds steeds op haar voorzien had. ,,Ik heb me ooit publiekelijk laten ontvallen dat ik door hem gepest was. Hij is de oprichter van buienradar. ,,Nou Helga, daar ben ik dan, Edwin Rijkaart van Cappellen'', schreef hij. Hij bleek zich er niets van te herinneren, schreef dat hij als kind zelf juist heel verlegen was. ,,Zo zie je maar dat het geen zin heeft om er in te blijven zitten. Wat in het verleden is gebeurd is gebeurd. Ik ben helemaal geen rancuneus type, dat geeft het alleen maar negatieve energie. Daar schiet je niks mee op.''
Van Leur kijkt liever vooruit, ook verder dan de dag van morgen in het dagelijkse weerbericht. Tegenwoordig houdt ze als meteoroloog in het hele land lezingen over duurzaamheid en de risico's van de opwarming van de aarde. Haar boodschap: hoe kunnen we het anders, optimaler doen. ,,Daar ligt mijn toekomst, denk ik.Ik ben goed in communiceren, inspireren. Ik ben geen doemdenker, maar weet wel dat we met z'n allen een groot probleem hebben als wij niet inspelen op de klimaatverandering.''
Maar voorlopig zit ze nog goed bij RTL. De uiterste houdbaarheidsdatum voor televisie is wat haar betreft nog niet in zicht. Misschien zit er nog tien jaar voor de camera voor haar in het verschiet. ,,Ik heb een vakgebied, ik ben niet zomaar inruilbaar, ik ben specialist.''
Toch klinkt weer even die lichte twijfel, onzekerheid door. ,,Er kan natuurlijk altijd een zenderbaas komen die voor het weerbericht alleen maar leuke jonge grietjes wil hebben...'' Ze zwijgt even. Dan, ferm: ,,Maar dat verwacht ik niet bij RTL. Die zijn meer van de inhoud.'' De blik is veelbetekenend.


Lees verder......

25 juni 2009

Hap, zei de politiehond


Een por met een gummistok, een opengesperde bek en ineens hing die politiehond in zijn oksel. De aanval van de diensthond tijdens Koninginnenacht beleefde de twintigjarige Utrechtse student Jonas Hady in een flits. ''Hier ben ik gebeten,'' zegt hij, terwijl hij zijn shirt omhoog tilt. ''En hier op mijn rug. Maar daar kwam ik pas in het ziekenhuis achter.'' Een week en een antibioticakuur later is zijn woede over het incident wat gezakt. Zijn verbijstering niet.
'Waar is de controle op politiehonden?'



Honderden mensen worden jaarlijks door politiehonden gebeten. Voor vuurwapen en pepperspray staat uitvoerig beschreven wanneer en hoe agenten deze mogen gebruiken. Voor de inzet van de 350 politiehonden in Nederland zijn nauwelijks regels.



Want waarom liet de agent de hond op hem los? De opstootjes van die avond op de Neude in Utrecht waren al voorbij. ''Ik zag wel dat er wat politie stond,'' zegt hij. ''En een ME-busje. Maar toen ik daar liep was er niets aan de hand. Ik liep ook direct achteruit toen ik de gummistok voelde. De beet van de politiehond is echt onbegrijpelijk.''

Behalve een verontschuldiging eist hij ook schadevergoeding van de politie. Of hij die zal krijgen, is maar zeer de vraag. Een hondenbegeleider van de politie mag in hoge mate zelf bepalen wanneer hij zijn dier het bevel geeft de tanden in een verdachte te zetten. Want hoewel dier en bijbehorende agent moeten voldoen aan strenge opleidings- en exameneisen, is over de inzet nauwelijks iets op papier gezet.

Dat is Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer een doorn in het oog. In een recent rapport hekelt hij het gebrek aan regels bij de inzet van de 350 'surveillancehonden'. Voor wapenstok, pepperspray en vuurwapen is uitvoerig beschreven waar, in welke situatie en hoe die mogen worden toegepast. Een agent die zijn hond het commando geeft te bijten, moet afgaan op zijn eigen inschatting. In de richtlijn staat alleen in algemene termen omschreven dat er geen geschikt alternatief voorhanden mag zijn (subsidiariteit) en het beest niet mag aanvallen bij lichte vergrijpen (proportionaliteit). Volstrekt onvoldoende, vindt Brenninkmeijer.

Uit een rondgang langs politiekorpsen blijkt dat jaarlijks enkele honderden mensen door een politiehond worden gebeten. Vaak gebeurt dat terecht, soms onterecht. De dieren worden vooral ingezet bij grote evenementen, voetbalrellen, uitgaansgeweld of surveillances in onveilige gebieden. ''Het kan in de commotie gebeuren dat iemand per ongeluk wordt gebeten,'' zegt trainer en rijkskeurmeester van politiehonden Jan Mast. ''Een hond ziet natuurlijk niet altijd precies wie er nu een steen gooide.''

En als een hond hapt, dan is het echt raak. ''Over het algemeen heeft hij voorkeur voor armen en benen, lichaamsdelen die bewegen. Ze laten pas los als het baasje het zegt. Een hondenbeet doet verschrikkelijk zeer, dan loop je geen meter meer. Zeker wanneer de tanden in het beenvlies komen. Doktersbehandeling is altijd noodzakelijk, ook met het oog op infecties.''

Het is een indringend geweldsmiddel, beaamt politiesocioloog Jaap Timmer. Hij pleit al jaren voor richtlijnen. ''Dat is een kwestie van rechtszekerheid. Als er nu een klacht komt, kan de politie alleen afgaan op algemene rechtsprincipes. Het is een blinde vlek. Er is ook geen erkenning dat het aan deze regels ontbreekt.''

Jaarlijks komt bij de ombudsman 'een handvol' klachten binnen van mensen die zeggen dat zij zonder aanleiding zijn aangevallen. Vaak vangen zij bot bij een schadeclaim. Zelfs wanneer een hond bijt zonder dat de agent daartoe opdracht gaf, is de kans op genoegdoening gering, blijkt uit een uitspraak van de rechtbank in Utrecht uit 2007.
Student Jonas Hady houdt stille getuigen omhoog van zijn ontmoeting met een hapgrage politiehond: in zijn dunne zomerjas zitten vlak onder de aanzet van zijn rechtermouw twee gaatjes. Ook zijn trui en T-shirt zijn gehavend. Hij hoopt dat er camerabeelden zijn die hem kunnen vrijpleiten. (SANDRA DONKER en DYLAN DE GRUIJL)

Lees verder......