13 juni 2005

Mohammed Sidali's mooie dag

Berkane, Marokko - Mohammed Sidali (72) heeft het er op zitten. Vanaf 1966 tot een jaar of wat geleden werkte de goedgemutste Marokkaan in de metaalbewerking, in Bergen op Zoom, en als maatschappelijk werker. Nu woont hij een groot deel van het jaar in zijn pas afgebouwde huis in Berkane, Noord-Marokko. Een fijn klimaat, en hij kan er dagelijks op bezoek bij zijn moedertje, die de honderd nadert.
Maar zijn zes kinderen zijn opgegroeid in Nederland, en terug naar Marokko willen ze niet. Dus pendelt Sidali een paar keer per jaar op en neer naar zijn tweede vaderland. Maar dat verrekte visum dat hij steeds moet kopen in de hoofdstad Rabat, op acht uur rijden afstand, kost hem 200 dirham per keer, plus de reis naar de Nederlandse ambassade. Vierhonderd euro armer zit hij dan nog niet eens in het vliegtuig naar Schiphol.

Op de binnenplaats van een oude rooms-katholieke kerk doet Mohammed Sidali zijn beklag bij Rita Verdonk. De minister van Vreemdelingenzaken heeft tijdens haar drukke werkbezoek aan Marokko een uurtje gevonden om te praten met gastarbeiders die teruggingen naar hun vaderland. Als voorzitter van de Nederlandse migrantenvereniging El Feth somt Mohammed de problemen op waar hij, en met hem circa tienduizend lotgenoten, tegenaan lopen.
Bovenaan hun lijstje: de herkeuringen in de WAO, met stip gevolgd door de dure visa. Hoopvol kijken ze naar Verdonk, die door haar gastheren is neergezet in een zitje op een mooi Berbers tapijt. De minister geeft geen krimp. De herkeuringen voor arbeidsongeschikten gelden voor iedereen, dus ook voor mensen in Marokko, zegt ze. ,,Ik ga u geen mooie beloften doen.'' Ook Mohammeds voorstel om een pasje te maken waarmee remigranten simpel een visum kunnen krijgen, valt in dorre grond. Verdonk stellig: ,,Een makkelijk pasje is makkelijk na te maken, daar beginnen we dus niet aan.''
Veel remigranten hebben het moeilijk na hun terugkeer, zegt Najib Bachiri. Het Marokko dat zij in de jaren zestig achter zich lieten, bestaat niet meer. Vrouwen hebben hun sluier afgedaan, ezeltjes zijn vervangen door auto's, het leven is haastiger. Soms worden ze eenzaam en missen ze hun kinderen. ,,Ze weten niet of ze hier moeten blijven met het risico dat ze hun uitkering verliezen, of teruggaan en nog meer lijden.''
Bachiri helpt hen voor de tweede keer te integreren, in hun nieuwe oude vaderland. Ook Mohammed Amghar helpt hij wel eens een handje. De 52-jarige wao'er werkte ooit bij frisdrankfabriek Raak, maar verloor bij een ongeluk een deel van zijn gezichtsvermogen. Al 22 jaar leeft hij nu van een uitkering, en dat bevalt hem best. Tegenwoordig woont hij weer in zijn geboortestad, en afgezien van zijn lichamelijk gebrek is hij tevreden.
Wat doet u zoals de hele dag in Berkane, wil Verdonk van hem weten.
Niks, zegt hij. Niks? Ze kijkt ongelovig. Nee niks.